Alexander Calder, bekend om zijn innovatieve bijdragen aan de moderne kunst, werd geboren op 22 juli 1898 in Lawnton, Pennsylvania, VS. Hij was het tweede kind van beeldhouwer Alexander Stirling Calder en schilder Nanette Lederer Calder, en groeide op in een gezin dat diep ondergedompeld was in de kunst. Na zijn studie werktuigbouwkunde aan het Stevens Institute of Technology, streefde Calder zijn artistieke passie na en schreef zich in 1923 in bij de Art Students League in New York City.
Calders artistieke carrière werd gekenmerkt door zijn baanbrekende onderzoek naar beweging en vorm, wat een revolutie teweegbracht in de beeldhouwkunst in de 20e eeuw. Centraal in zijn oeuvre stonden zijn mobiles en stabiles, die een voorbeeld waren van zijn unieke benadering van het creëren van kunst die bewoog en interageerde met de omgeving.
Begin jaren dertig introduceerde Calder de mobile, een abstracte sculptuur die reageerde op luchtstromingen, zachtjes zwaaiend en roterend. Deze sculpturen, gemaakt van draad en plaatstaal, daagden het traditionele statische karakter van het medium uit en werden iconische symbolen van de 20e-eeuwse kunst. Geïnspireerd door zijn liefde voor het circus en zijn fascinatie voor de mechanische wereld, hadden Calders mobiele telefoons vaak gedurfde kleuren en speelse vormen.
Naast zijn mobiele telefoons maakte Calder ook stabiles: grote, stationaire sculpturen van metaal, variërend van kleinere tafelbladen tot monumentale buiteninstallaties. De term "stabiles" werd bedacht door kunstenaar Jean Arp om Calders stationaire sculpturen te onderscheiden van zijn mobiele telefoons.
Naast zijn beroemde sculpturen verkende Calder gedurende zijn hele carrière andere artistieke wegen. Hij ontwikkelde een kenmerkende schilderstijl, gekenmerkt door gedurfde kleuren en geometrische vormen die de speelse en abstracte kwaliteiten van zijn sculpturen weerspiegelden. Zijn schilderijen toonden zijn vermogen om beweging en energie te vertalen naar een tweedimensionaal canvas.
Calders artistieke veelzijdigheid strekte zich uit tot het maken van draadsculpturen, waarbij hij dunne draad gebruikte om figuren en objecten in een driedimensionale ruimte te schetsen met minimale lijnen. Zijn draadportretten en dierstudies worden geroemd om hun eenvoud en elegantie.
Bovendien waagde Calder zich aan het maken van sieraden, waarbij hij zijn sculpturale esthetiek toepaste op draagbare kunst. Zijn sieraden, gemaakt van metalen zoals messing en zilver, bevatten abstracte vormen en dynamische vormen die de motieven weerspiegelden die je in zijn grotere sculpturen ziet.
Gedurende zijn productieve carrière evolueerde Calders werk met behoud van een consistent thema van beweging, evenwicht en vreugdevolle expressie. Zijn innovatieve benadering van beeldhouwkunst, waarbij kunstenaarschap werd gecombineerd met technische principes, beïnvloedde generaties kunstenaars en blijft hedendaagse beeldhouwers inspireren die kinetiek en ruimtelijke dynamiek onderzoeken.
Alexander Calder overleed op 11 november 1976 en liet een rijke erfenis achter die zowel kunstliefhebbers als wetenschappers blijft inspireren en boeien. Zijn vermogen om de essentie van beweging vast te leggen en deze in sculpturale vorm te vertalen, verzekert zijn plaats tussen de meest innovatieve en gevierde kunstenaars van de 20e eeuw, waarbij hij de kloof tussen kunst en techniek overbrugt met een blijvende impact.